Het kasteel Ter Dolen, ooit een toevluchtsoord voor de abten van de abdij van Sint-Truiden, in Helchteren wordt door de Franse bezetters openbaar verkocht. De archieven van het kasteel zullen worden overgebracht naar de abdij van Sint-Truiden. De Crèvecœur wordt bij wijze van straf voor zijn vroegere exploten in Wenen voor zes maand geschorst. Hij zweert zich op Bakelandt te zullen wreken. Hij laat Zita, die bij haar tante in Brugge verblijft, oppakken en bij Devos onderbrengen. De Crèvecœur weet dat Bakelandt zal proberen om Zita te bevrijden en instrueert Devos dat hij mag opbiechten waar Zita zit. Wanneer ze bij nacht en ontij bij het kasteel De Dool aankomen zien ze juist een monnik met een platbodem de wallen oversteken en in het kasteel verdwijnen. Bakelandt en Pé volgen de monnik bij zijn terugkeer en komen erachter dat deze behoort tot een geheimzinnige sekte, de orde van de Tempeliers die het kasteel wil binnendringen om een groot geheim te ontsluieren. Bakelandt komt met de Tempeliers overeen om hen te helpen op voorwaarde dat zij hem ook helpen om Zita uit de klauwen van De Crèvecœur te halen.
 
Games
Δ