Minister Fouché heeft De Cèvecœur zijn vroegere zonden vergeven en laat hem terugkeren naar Roeselare. Zita die door de hitte de slaap niet kan vatten gaat ’s nachts zwemmen in de vijver. Haar paard wordt gestolen door twee onguur uitziende typen. Pier gaat eropuit om de zaak te onderzoeken en stuit op een zigeunerbende. Samen met Toontje bespioneert hij de bende en ziet hoe ze van iemand door wapens voorzien worden. Enkele van de zigeuners trekken naar een groot feest bij Devos om er te zorgen voor animatie en optredens. Ook De Cèvecœur is van de partij. Ondertussen zit Zita ook niet stil en probeert haar paard Bliksem weg te halen bij de zigeuners. Ze wordt echter neergeslagen en opgesloten in een woonwagen. Ook De Cèvecœur wordt door de zigeuners ontvoerd. Zijn verdwijning wordt pas veel later ontdekt en wanneer Charmuta en zijn soldaten bij het zigeunerkamp aankomen zijn de vogels gevlogen. Bakelandt, Cahrmuta, Cudell en Devos besluiten voorlopig om samen te werken, het enige dat ze weten is dat De Cèvecœur en Zita naar Italië gebracht worden. Waarom en wie de opdrachtgevers zijn weten ze niet. Bakelandt, Charmuta en Pé reizen de zigeuners achterna maar Bakelandt wil absoluut langs Wenen rond om de hulp van Schulmeister in te roepen.