Het regent dat het giet, de weg langs de zoom van het Vrijbos is beslijkt en een zwaarbeladen koets komt steeds moeilijker vooruit. Cudell en zijn manschappen zitten de koets dicht op de hielen en halen haar ook uiteindelijk in. De bagage wordt grondig doorzocht en de goedgeklede inzittenden worden de weggeleid. Enkel de dochter Anna slaagt erin uit de handen te blijven. Bakelandt neemt het doornatte en uitgeputte meisje mee naar het Hoogkwartier. Het meisje blijkt van adel de zijn en vertelt hoe al hun bezittingen in beslag genomen werden door De Crèvecœur. Bakelandt weet dat de commandant deze goederen als zwart goed
verpatst aan particulieren en dat het hoogst twijfelachtig is dat Parijs ook maar één cent te zien krijgt van de opbrengst. Bakelandt is vastbesloten om de zaak tot op de bodem uit te zoeken, Anna's ouders te bevrijden en De Crèvecœur en trawanten een goede les te leren.