Het eerste deel van dit avontuur eindigt met de gevangenneming van Bakelandt, Pé en Bandini en de ontvoering van Zita door De Crèvecœur. Schulmeister en Ettore komen aan bij hetzelfde klooster waar onze vrienden gevangen zitten. Eenmaal binnen worden ze ook overvallen door de valse broeders. Gelukkig hebben onze helden zich weten te bevrijden en snellen ze Schulmeister te hulp. Via het ossoarium ontsnappen ze langs een geheime vluchtgang. De Crèvecœur, Cudell en Zita die een voorsprong hebben komen aan in Venetië. De Crèvecœur brengt Zita bij een oude bekende, Lucretia de heks, die haar een brouwsel toedient waardoor ze willoos en handelbaar wordt. de Crèvecœur wordt echter door een geheimzinnige, gemaskerde vijand herkend. Ondertussen is ook ons gezelschap in Venetië gearriveerd en laten ze zich direct naar notaris Di Gertrudo brengen. In het huis van de notaris spant Bakelandt een valstrik voor de Crèvecœur doch zijn plannen vallen in duigen als De Crèvecœur, Cudell en Zita door een bende gewapende gemaskerden gedwongen worden over te stappen op een grote rouwgondel. Bakelandt en Pé die machteloos moeten toezien achtervolgen hen tot de gondel op een mysterieuze manier verdwijnt. Na een grondig onderzoek ontdekken ze in een nonnenklooster de schuilplaats van de geheimzinnige bende van de broeders van "de Zwarte Hand". Deze broeders blijken een goed georganiseerde dievenbende te zijn onder leiding van graaf Rinaldi die nog een eitje te pellen heeft met De Crèvecœur en hem wil fusilleren. Bakelandt, Pé en Schulmeister die zich vermond hebben worden ontmaskerd maar zowel De Crèvecœur als onze helden, samen met Zita, ontsnappen langs het water. Terug bij de notaris onthult deze het geheim van Zita's afkomst.